Deze thesis onderzoekt een alternatieve benadering voor het onderwijzen van fretboardkennis en melodisch bewustzijn aan basgitaristen, geïnspireerd door principes uit de Noord-Indiase (Hindustani) klassieke muziek. Waar traditionele methodes vaak vertrekken vanuit visuele patronen en positiegericht spel, vertrekt deze alternatieve benadering vanuit het oor en het hele register van het instrument: spelen op één snaar, geleid door de stem, nodigt uit tot een verhoogde auditieve alertheid en een directer contact met toonhoogte.
Door éénsnaarspel te combineren met het zingen van noten vóór of tijdens het spelen, wordt de speler uitgedaagd om niet enkel mechanisch te reageren, maar muzikaal en intentioneel te anticiperen. De stem fungeert daarbij als gids en toetssteen, en versterkt het intern gehoor. Interviews met ervaren docenten bevestigen het potentieel van deze aanpak, al wijzen ze ook op het belang van traditionele methodes als technische fundering. Het onderzoek toont aan dat beide benaderingen complementair kunnen zijn: waar traditionele methodes zorgen voor structuur en technische controle, opent een horizontale, zingende aanpak ruimte voor flexibiliteit, frasering en muzikaal inzicht.
De bevindingen zijn gebaseerd op praktijkonderzoek met leerlingen, interviews met experts, en een zelf ontwikkelde leerlijn. Zo biedt dit werk een concreet en muzikaal onderbouwd alternatief voor eenzijdig patroonleren, met aandacht voor gehoor, stem en expressie. Op basis van praktijkonderzoek, lessen en gesprekken met ervaren docenten is een lesmap ontwikkeld die deze benadering vertaalt naar concrete, muzikaal toepasbare oefeningen voor geïnteresseerde spelers en lesgevers.