Als leerkracht koper word je in staat geacht om elk koperblaasinstrument te kunnen onderwijzen. Er wordt dus van hen verwacht dat ze zichzelf, buiten de opleiding, bijscholen. Het is mijn bedoeling om met dit onderzoek een deel van dit proces in kaart te brengen zodat toekomstige leerkrachten op een efficiëntere manier hetzelfde resultaat kunnen bereiken.
Tijdens dit auto-etnografisch onderzoek neem ik mezelf als proefpersoon en onderzoek ik de case van een hoornist die leert trombone onderwijzen.
Het onderzoek verloopt in drie fasen: ‘Beginsituatie’, ‘Eigen experiment’ en ‘Professionele hulp. Tijdens elke fase onderzoek ik verschillende methodes waarmee een leerkracht zichzelf kan bijscholen. Aan het einde van elke fase doe ik een praktijkonderzoek binnen een tromboneklas. Daar probeer ik mijn competenties en werkpunten in kaart te brengen.
Wat ik uit dit onderzoek kon concluderen is dat beide het ‘experimenteren’ als de ‘professionele hulp’ een grote vooruitgang boden in de verworven competenties. Het is perfect mogelijk om als specialist koperblazer op een ander instrument, zonder begeleiding, de werking en basis in kaart te brengen. Genoeg om zelfzeker les te kunnen geven aan de beginnersleerlingen. Het inschakelen van een vakspecialist geeft je meer zekerheid in de hogere graden, maar juist ook veel finesse in de jongere graden.