Ruth Vieren, J O S E F I N E

master beeldende kunsten
mode
Mentoren / Mentors:
Marina Yee Hugo DeBlock

 

 

 

 

 

J  O  S  E  F  I  N  E

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Daar staat zij al, dat tere wezentje,

met angstaanjagend vibrerend middenrif,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

het is alsof al haar kracht in haar gezang samengestroomd, alsof aan alles aan haar wat niet rechtstreeks voor het zingen nodig is iedere kracht, bijna iedere levensmogelijkheid ontnomen is, alsof zij ontluisterd is, verlaten, enkel aan de bescherming van goede geesten overgeleverd, alsof zij, terwijl zij zo in zich zelf verzonken leeft in haar lied, door een kil zuchtje dat langs haar strijkt gedood zou kunnen worden. Maar juist bij zulke gelegenheden plegen wij, haar vermeende tegenstanders, te zeggen: `Zij kan niet eens piepen; zij moet zich zo ontzettend inspannen, niet om gezang- laten wij maar over gezang zwijgen- maar om zoiets als het doodgewone gepiep voort te brengen`.

 

 

Franz Kafka, Verzameld werk (Amsterdam: Guerido, 1977), 827-828.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

J   O   S   E   F   I   N   E

Nog één keer niets

Met al zijn macht

 

 

 

 

 

 

 

voor Tante Y.