Marthe Amerlynck, Mo(u)ld(ing)

master beeldende kunsten
grafisch ontwerp
Mentoren / Mentors:
Gerard Herman
Glenn Deliège

Alles is met elkaar verbonden, we zijn nooit alleen al lijkt het soms zo: we delen een wereld met zaken die aan de basis van alles liggen. We leven op een planeet van zichtbare -en onzichtbare elementen die elkaar in evenwicht houden. Momenteel heerst er een onevenwicht tussen mens en natuur. Het voelt vaak nodig om terug te keren naar harmonie, en dat door meer te kijken naar wat er aan onze basis ligt. Doorheen mijn praktijk en door erover schrijven probeer ik de samenhang tussen mensen intern, en tussen de mens en het onzichtbare rijk der natuur te begrijpen. Ik onderzoek hetgeen wat alles bijeenhoudt, wat alles verbindt. Het heersende fragmentarische, sijpelend door menselijk relaties en door de relaties tussen mens en natuur trekt me aan, maar stoot me ook af. Deze tegenstrijdigheid werkt als een tweeluik van gefragmenteerde uiterlijke of visuele en innerlijke of in woorden gevatte weergaves.

Ik zie mijn werk graag als een verlangen naar een omhulsel, een ‘mould’ waarin alles bijeen wordt gehouden. Een vorm van verbondenheid waarin men veilig of juist verstoten voelt; een wereld van contrastrijke netwerken, alom aanwezig maar meestal goed verborgen: ‘mold’.

Mo(u)ld(ing).

Everything is connected, we are never alone though it sometimes seems that way: we share a world with things at the root of everything. We live on a planet of visible -and invisible- elements that balance each other. Currently, there is an imbalance between humans and nature. It often feels necessary to return to harmony, and that by looking more at what lies at our base. Throughout my practice and through writing about it, I try to understand the connection between humans internally, and between humans and the invisible realm of nature. I explore what holds everything together, what connects everything. The prevailing fragmentary, seeping through human relationships and through the relationships between humans and nature attracts but also repels me. This contradiction acts as a diptych of fragmented outer or visual and inner or worded representations.

I like to think of my work as a desire for a shell, a ‘mould’ in which everything is held together. A form of connection in which one feels safe or, on the contrary, outcast; a world of contrasting networks, omnipresent but usually well hidden: ‘mold’.

Mo(u)ld(ing).

Een visuele weergave van alomaanwezige netwerken
Een visuele weergave van alomaanwezige netwerken
Een visuele weergave van alomaanwezige netwerken
Een visuele weergave van alomaanwezige netwerken
Een visuele weergave van alomaanwezige netwerken Een visuele weergave van alomaanwezige netwerken Een visuele weergave van alomaanwezige netwerken
Een visuele weergave van alomaanwezige netwerken Een visuele weergave van alomaanwezige netwerken Een visuele weergave van alomaanwezige netwerken