Manon Leneveu, entre chien et loup
vrije kunsten
Mekhitar Garabedian
Anouk De Clercq
Stoffel Debuysere
tussen hond en wolf,
heldere hemels
en een zoekende horizon,
vlucht vleermuis over water,
naar straatlantaarns die wegen kruisen,
gidsend als onze zakkende zon
en eenzame wegwijzers
ontsluitend als nevel in haar ogen
en elke afstand daar tussenin
die in longblaasjes plakt
maar lief terug los komt
zo opent avondval
minzaam mijn wereld
en aai ik zijn vacht,
haar schaduw
tot de ochtend komt
langs tikkende takken
die niet durven breken
maar luid optreden bij minste wind
die geen lichtende wolken kan raken
wegens; te hoog, te laag
of te twijfelachtig
om dan maar te storten en te sterven
in de Noordzee
opent de ruimte, ergens diep onder de grond
en slikt rauw het blauwe uur
Persephone en Hades,
mijn gitzwarte, dode poes
– begin en einde,
naar een kolkende bron
vol kelderkalksteen, gegoten cenote
als paard en ruiter,
langs bergen
en sterren in het gras,
ogen op de grond –
als verdwaald lam
en herder
in de mond van de ondergrond,
is het schipperend uur
zo dromend vrij
als een wolf
en geketend als een hond